Fles en meloen.

Dit stilleven is een vernieuwing van het genre, in zo verre dit genre bestaat binnen de sculptuur, want het is niet te verwarren met objectkunst. Een fles en een stuk meloen worden hier tot één beeld samengebracht zoals vóór Rodin de verschillende onderdelen ondergeschikt waren aan het grote geheel in de kunst van de statuaire. Hier is geen nevenschikkende compositie zoals in de schilderkunst en wordt geen toegeving gedaan aan de imitatie van de structuur van de dingen zoals ze in de werkelijkheid zijn. Het heeft niets te maken met de worstenvuller Rodin, die de huid van de beenderen aftrok om ze naar believen op te vullen, noch met de reactie daarop, waarbij de abstrahering zover werd doorgevoerd dat alleen een teken overeind bleef. Nederige voorwerpen zijn immuun voor megalografie, zoals ze ook immuun zijn voor Rodin, ze hebben immers geen huid, ze zijn hun huid. Eronder zit geen écorché of anatomisch plastinaat. Eeuwenlang was in de beeldhouwkunst de menselijke figuur dé vorm en norm bij uitstek. In de oudheid kon men er de schoonheid van het eigen lichaam in herkennen en beleven. Door het christendom werd het spiritueel. Met de renaissance begon de ontwikkeling van het erotisch lichaam dat bij Rodin een culminatiepunt bereikte. Hij begon aan de fragmentatie van het lichaam waarin de spiritualiteit en schoonheid plaats hadden gemaakt voor begeerlijkheid. Binnen deze problematiek is het stilleven belangrijk als oefenterrein om tot een nieuwe heelheid van het lichaam te komen. Door onze zintuigen kunnen we in de wereld waartoe de natuur, maar ook ons lichaam en door de mens gemaakte dingen behoren, schoonheid ervaren. Dit gebeurt als we ons het noodzakelijke zó-zijn en niet anders-zijn van iets of iemand bewust worden. Een kunstvoorwerp wordt gemaakt om die ervaring te activeren en te versterken. Bij sculptuur licht dit bewustzijn op aan de vorm. Schoonheid van de materiële vorm kan onder andere gerealiseerd worden door symmetrie, proportie, harmonie van de compositie en ritme of beweging in artistieke zin. In dit stilleven wordt daar transspecificatie aan toegevoegd, waarmee niet reflectie wordt bedoeld maar capaciteit om de omgeving in het beeld op te nemen zonder dat de vorm verandert. Het is in die zin een verwijzing naar de transsubstantiatie van het absolute stilleven van brood en wijn op het altaar.  

René Rosseel